Ghi sult floers nemen / en̅ legget te weyke XXIV urē. Dan wringhet wel uit door eenē doec / en̅ neemt
een looge vā wÿnasschē / en̅ doeget twee uren lanc op eē schoō tafel / Dan neēt die voorseyt. looghe
/ en̅ doetse in drie vaten / en̅ neēt dat floers / en̅ doetse in een vā de drie vatē / dā douwet det floers
wel uit / dā suldy det floers stekē in det leste vat / voort in det middelste / en̅ in dat eerste. Maer eer
ghi det lakē daer in doet / so doet daer wÿn edick in / en̅ wringhet uite.