Wildy messen oft beytels hart maken / op datse wel sniden / neemt peerden merch / ende maect dan
die messen oft die beytels heet / en̅de bluschtse daer in.
Om vilen vā yser oft van stael hert te makē / neemt oude schoenen en̅ brantse tot dat si swert zy̅ / en̅
dan maect daer pulvere af. Neemt dat pulvere / met evē veel souts / en̅ stroyet onder en̅ bovē die vilen
/ die daer gheleyt syn in een viercāte yseren laye met een yserē decsel.
Men salt een stroo dicke stroyen / dā sal men die layē sluytē. Aldus salment gloeyende maken
metter layen te samē in een vier vā colen / en̅ dan haestelÿc metter layen met allē int cout water laten
vallen / so yst goed en̅ hart.
Om eenighe materie hart te maken / neemt dat sap van pentasilon / en̅ dat sap van absinthium. Dit
doet in een glas. Dā neemt pieren / en̅ stampt die also door eenen doeck ghewronghen / hiermede
bestrÿct die materie als si heet is / en̅ als si drooghe is bestrÿctse hiermede.