Ter bevordering van het oprijzen der zuurdeelen van de azyn, kan men daarby eene kleine hoeveelheid van eenig mineraalzuur voegen. Men loopt geen gevaar, dat het loodwit hierdoor van aart veranderen zal, wyl deze bymenging geene andere werking doet, dan de zuure geesten der azyn spoediger van de aardachtige deelen te scheiden, en door verdunning beter te doen opstygen. Het mineraalzuur zelve blyft in de blaas hangen; en kan niet dan door een hevig vuur en sterker zuur worden overgehaald.