Het gemalen loodwit, hetwelk in den handel voorkomt is meestal met eene meerdere of mindere hoeveelheid krijtwit, en ook wel eens met poeder van zwaarspath vervalscht. Om deze vervalsching te ontdekken, kan men twee wegen inslaan: ,,1. Wanneer men 4 looden van het te beproeven loodwit met 6 looden zoutzuur, dat met driemaal zoo veel water verdund is, eenige uren laat trekken, dan moet, wanneer het loodwit zuiver was, niets van hetzelve verminderd zijn. Men kan alsdan dat mengsel op een papieren filtrum in een' glazen trechter, dien men op eene witte flesch geplaatst heeft, filtreren, het op het filtrum terug gebleven loodwit afwasschen, goed uitdroogen en, door het daarna te wegen, de proef opmaken.,,Was het loodwit vervalscht, dan is de hoeveelheid, zoo als bij het wegen blijken zal, meer of minder verminderd, naar dat de inhoudende hoeveeldheid krijtdeelen grooter of kleiner was. Men kan zelfs het krijt gemakkelijk uit het zure gefiltreerde vocht scheiden, wanneer men in hetzelve, bij gedeelten, eene oplossing van gezuiverde potasch zoo lang giet, totdat, na eene nieuwe ingieting van loog, er geene troebelheid meer in het vocht ontstaat, waarna men deze dikke, witte, krijtwit houdende vloeistof door vloeipapier filtreert, het op het vloeipapier terug gebleven nederplofsel herhaalde keeren met water afwascht, het filtrum, na goed uitgelekt te zijn, behoedzaam uit den trechter ligt, en op een dik graauw papier op een heete stoof sterk uitdroogt.,,Het gewigt van dit poeder, hetwelk niets dan uitgescheiden krijtwit is, duidt naauwkeurig de hoeveelheid aan, waarmede de 4 looden onderzocht loodwit besmet waren, en gemakkelijk kan men deze hoeveelheid alsdan op een pond, en vervolgens op een vat van eenige honderden ponden berekenen.,,2. Door herstelling, of terug brenging tot den metaalstaat. Men mengt, namelijk, eenig loodwit met lijnolie, houtskolenpoeder en een weinig pek tot een deeg te zamen, doet dit in een' smeltkroes en loeit dien eenige uren tusschen gloeijende kolen, onder een' goed trekkenden schoorsteen. Men zal, na de verkoeling, het lood in den metaalstaat op den bodem zamengesmolten vinden.,,Deze proef is echter meer omslagtig en minder naauwkeurig, en er behoort hierbij ook meer scheikunde kennis, en een fijnere berekening. Het ongemalen loodwit komt voor in brooden, eenige overeenkomst met kleine suikerbroden hebbende; hij, die in de gelegenheid is, zulke broden door vertrouwde lieden te laten malen, is verzekerd van een zeer goed en onvervalscht loodwit te bekomen.