V 132.
Schilderije van de gravéér- en etskunst
In hare bezigheidt, volgend dan vermaerder, Konftschilder, en Etzer, G. d. Lairesse, beschreven in zijn Groot Schilderboek: 371, 13de Boek.
De Ets of Graveerkunst onder de gedaante van een schoonen Maagt, zittende aan een tafel, voor een kopere plaat, leggende op een zandkuffen [in bold, with ‘e’ above it, Marg. 1]
Daarbeneven staat een klaaren [tap] [Kleenen tep], die haar een heldere lamp voorset
De voorsigtigheid en naarftigheid staan bij haar, terwijl de praktijk of uitvoering op een olijfteen [olij-steen].
De IIzer slijpt. Haar stoel is van ebbehout. Versiert met de boeken van oprechtheid en standvastigheijt. Malkanders omhelzende. Vath Elpenbeen of Ivoor gewrocht , waarachter het verstand staat, haar een weijnig de schilderkonft verteld door Apollo en Diana aanwijzende: houdende de eerfte en brandende [133]
V 133
En de vakkel omhoog om de graveerkunst te verligten, ende anderen de hare om laeg, om de zekere nijt, te doven. Die genien of Herssengoden zijn ondertussen hier en daer bezig met de dinge met het werk nodig te bezorgen. Des oudsten biedt haar een teekening aan, welke achter Rood of wit gemaakt is, en een stifje om daer mede den teekening op de plaet door te trekken, verbeeldende deze teekening de uitvinding van ’t geen zij maken wil, en van hem, aanneemt, ander zijn verder is een tweede vertrek doende met een plaet op een konfoor. te leggen, op de grond, met een veertje gelijk te strijken, daer zit er een en Etst: gints is er een bezig met een plaet, te laten bijten: eenige drúkken, en bekijke de afdrukfels
V 134
[afdrukfels] met een ongemeene ijzer en lúft enz:
Terwijl de traan met een alomijzer in de handt op het wélk een counterfijtzel of afbeeldstel staet op haar kazuijn meesters, of Plaet snijders lof ter venster uitblaast. De een met laurieren gekromt en een kleine piramide in de arm, komt ter kamer in mede brengende annona ofte voorsprong die een hoorn vol vruchten heeft. Verschiedene borstbeelden staen op kleinen plinten rondom de kamer verbeeldende eenige voorname meesters in de Ets- of Plaetsnijkunde als Marc: Antoin K. Callos, Mellan, A. de Bossé, Audray Edeling, Vermeulen, etc. en meer andere. Zoo Italiaanse, Fransche, Hollansche, als Hoogduijtsche. In ’t verschiet ziet men de werelddeelen Azia, Africa en Europa,
V 135
verwondert staen over ’t klank der Bazuijn.