die al voor dese ander zijn gheweest. De tronien, die Domenico maeckte, waren seer wel gestelt, en goet van teyckeninge, maer daer en was so geen groote * gracelijckheyt in, welcke gracelijckheyt in onse Const, is een bysonder treffelijck goet deel: want door vriendelijcke schoon tronien, menichs werck bevrijdt heeft geweest van gemeenen laster. Ten lesten nam Domenico voor, van Coper te gieten, en maeckte op ses Colomnen ses Engelen, weynich minder als t'leven: dese staen in de Dom-kercke by t'hoogh Altaer. Hier van grooten lof hebbende, soude noch hebben ghemaeckt twaelf Apostelen, hadde hy den tijdt ghehadt om leven: dan de doot heeft het belet. Hy wesende seer inventijf, oft versierigh van gheest, sneedt in hout om drucken van wit en swart, en op coper met t'graef-ijser verscheyden dingen, en oock gebeten dingen, seer bootsige historikens van d.'Alchemia, daer Iuppiter, en ander Goden, Mercurium willen congeleren, en legghen hem ghebonden in't forneys oft smilt-kroes, daer Pluto en Vulcanus t'vyer stoken, en meynen dat Mercurius sal blijven, maer hy vlieght henen, in roock verdwijnende. Hy starf t'zijnen 65. Iaer, Ao. 1549. en werdt in den Dom heerlijck begraven.
Het leven van Ioan da Vdine, Schilder.
De Schilder-const is genoech gelijck een schoon Vrouwe, die over haer Liefhebbers oft naevolgers seer jeloers is: want wiese niet ernstigh en bemint, noch en soeckt, die en vintse niet: en wiese heeft, en niet en oeffent noch en onderhoudt, die verliestse haest weder: maer wiese met snellen en levendighen gheest van jongs bemint en naevolght, dien sal sy haer ghewillich overgeven, also sy dede haren Ioan van Vdine. Desen jong wesende, was dickwils met zijn Vader op de jaght en vogelrije, en van kindts beene tot de Teycken-const natuerlijck ghetrocken, bracht zijnen jonghen tijdt, alst hem ghebeuren mocht, over met te conterfeyten, Honden, Geyten, Hasen, en alle soorten van dieren en vogelen, die hem ter handt quamen, en so aerdich, dat hem een yegelijck des verwonderde: door dese toegenegentheyt wert hy van zijn Vader te Venetien bestelt, by Giorgione van Castel Franco. Hier hoorde Ioan veel lofs van Raphael en Michael Angelo: des is hy met eenen Recommandaty brief aen Baldassar Castiglione, Raphaels groot vriendt, te Room ghecomen, en door den selven Castiglione in de Schole der jonghe Schilders by Raphael bestelt wesende, nam de beginselen en eerste lessen der Schilder-const seer wel aen, t'welck hem een groot voordeel was: want te nemen zijn begin by yemant op een quade maniere, is seer schadelijck: want het gebeurt selden, datmense can afwenden, en een beter naevolgen en aenwennen, dan met groote moeyte. Ioan sagh by Raphael een ander soete handelinghe, als hy te Venetien by Giorgion ghedaen hadde, doch was daer weynich tijts gheweest. Hy dan wesende van scherpen verstande, en goet van begrijp, volghde vlijtich de soete en gracelijcke maniere van Raphael, des hy in corter tijdt soo toenam, in teyckenen en schilderen, dat hy seer gracelijck en ghemackelijck nabootste alle natuerlijcke dinghen, Dieren, Lakens, Instrumenten, vasen oft kruycken, Landtschappen, gebouwen, en groenicheyt, dat hem niemant in dese Schole voorby en was: maer boven al had hy ghenuechte alderley vogelen te maken, dat hy eer lang eenen Boeck vol hadde, soo verscheyden en wel ghedaen, dat het een vroylijck tijtverdrijf was te sien voor Raphael, by wien een Vlamingh woonde, gehee-