Bruydt te bedde wilde, en datmen de verdoemde soude aenvanghen te pijnigen. Stracx met eenen windt werden al de lichten uytegdaen, en men hoorde uytnemende veel schricklijck huylen en gheroeps: Ondertusschen werdt dit droeflijck bancket wech ghenomen. En doe de lichten quamen, saghmen daer in plaetse van dien een seer rijcklijck en Coninghlijck Avondtmael toeghestelt en bereydt. Ten eynden van dit quam een Schip, brengende alderley costlijcke confijtturen voor Coopmanschap. De Schippers ghelatende Coopmanschap te laden, brachten allenskens alle de Mannen van t'Gildt op een boven Camer, alwaer was toegemaeckt een eerlijck schoon Tooneel, daer een seer aerdige Comedie oft clucht werdt gespeelt van Philogenia. Dese ontrent den morgenstondt gheeyndight wesende, trock elck vroylijck nae huys. Veel meer ander verscheyden versieringen van Avontmalen, waren aenghericht van dit Gildt, de welcke alsmense al soude verhalen, mochten doen vergeten te vervolghen het leven van Ioan Francisco Rustici. Het gheschiede Ao. 1528. dat desen Rustico, nae noch eenighe wercken, is ghereyst in Vranckrijck, alwaer hy by den Coningh in groot aensien is ghecomen, die hem een onderhoudt gaf, van vijf hondert gouden Croonen s'Iaers. nae dat hy hier eenighe dingen hadde ghedaen, werdt hem doen maken een Peerdt van coper, tweemael alst leven, waer op den Coningh Franciscus soude hebben gheseten. Hierom heeft hy verscheyden modellen gemaeckt, en met wel bevallen des Conings, heeft te wege gebracht het groot model, en de vorme om in te gieten. Hier toe hadde den Coningh hem gegheven te ghebruycken een schoon groot Paleys: Doch hoe het was oft niet, het werck en was niet gheeyndight, doe den Coningh aflijvigh is geworden. Doe nu Henricus Coningh was, werdt in't begin van zijn regeringhe t'Hof beslach vermindert, en velen hun provisie benomen: dat Rustico doe hem onderhouden most met de huyr van zijn groot Paleys. maer t'quaetste, dat desen goeden Man oudt wesende noch wedervoer, was, dat den Coningh dit Paleys wech gheschoncken heeft aen den Heer Pieter Strozzi, den welcken medelijden hebbende met Rustico, bestelde hem in een goede Abdije: daer hy (gelijck zijn deuchtsaemheyt verdiende) eerlijck onderhouden, en ghedient werdt: alwaer hy oock is overleden, oudt wesende 80. Iaer.
Het leven van Baccio Bandinelli, Schilder en Beeldtsnijder van Florencen.
Dat het den constigen Schilder niet soo swaer, en ondoenlijck is, Beeldtsnijder te worden, als het den ervaren Beeldtsnijder is een Schilder te worden, wijst ons ten deele t'volghende Exempel van Baccio Bandinelli: den welcken ick wel nae had ghelaten berusten onder den Beeldthouweren, om dieswille hy weynigh gheschildert heeft, en ander oorsaken, sonder van hem veel te verhalen: doch zijn uytnementheyt in de Teycken-const, heeft my gedrongen hem te ghedencken, en plaetse te gonnen. Hy was geboren te Florencen, Ao. 1487. en gheheeten Bartholomeus: doch nae de wijse des ghemeenen volcx te Florencen, t'woordt vercortende, werdt gemeenlijck genaemt Baccio, zijn Vader hiet Michel Agnolo, en wesende een constigh Goutsmidt, wilde zijn Soon maken een naevolger der Const, nemende hem by hem in den winckel, in gheselschap van ander Iongers, daer hy aenvingh te teyckenen, gelijck het doe t'ghebruyck was, also dat het geen goet Goutsmidt en wiert geacht,