Van Toetfen zo wel Goud; Zilver als andere metaalen
Het toetsen gefchiet in ’t generaal , door vryven of ftreiken, aan een Expreffe daar toe gefleepen, en gepoleifte fteen, die men daarom de naam van Toets-steen geeft. Men neemt dat Goud, Zilver, of Koper, waar van men de waarde begeert te weeten. Is ’t eenig gefmolten link, (dat ftuk (dat niet grooter moet zyn als dat het wel in een hand kan werden geregeert) flaat met een hamer op een Ambelt, daar een foort van een Punt aan, daar gy uw verbeelt het zelve beft te zullen konnen ftreiken, welke Punt niet dicker en breder zal zyn, als uwe Toetsnaalden, vylt die op ’t end heel fchoon, op dat gy door eenige daar aan zynde vuiligheidt, of wit-kooken, geen valfe ftreek krygt, en alzo geabuzeert werdt, dewyl ‘t kennelyk is dat vulligheid, flechter, en wit-kooken, aan Zilver, of fterk kleuren aan ’t Goud, een beeter ftreek doet geven, als die Metaalen inderdaat zyn, doch de eervaarendheidt heeft myn geleerdt, dat het wit-kooken, meer op ’t Zilver als ’t kleuren op ’t Goud vermag, (waar van ik onder Reeden zal geeven,) of wilt gy een gemaakt Stuk werks toetfen, zo zoekt de uitfteekenfte hoeken aan ’t zelve, doch wel in acht neemende dat op die plaatsen niet Gefoldeert en is, om dat op een Soldeer ftreek geen ftaat is te maaken. Veilt of fchrabt die (om gemelde Reeden) ook wel af, is ’t van veele fticken te zaamen gebracht, zo doet zulks op verfcheide plaatfen, om dat aan zulken Stuk - werks, diverfe foorten van Zilver konnen zyn, alhoewel de Reeden eifen dat een ftuk, ook van een Zilver moet zyn, dus dan dit ftuk of ftucken gereedt gemaakt zynde, zo ftreikt dezelve wel gladt en vaft aan den Steen, (die alvoorens ook wel fchoon, met een linnen of wollen Lap zal afgeveegt zyn.) En om zeeker te gaan, zoo neemt 2 a 3 ftreeken van een ftuk, om dat de een of ander ftreek dikwils nog verfchillen, zet die ftreeken zo ver van malkander, dat de Toets Naalden tuffen de zelve onverhindert, konnen werden geftreeken, Dus doende zal de eervarentheidt leeren, dat op deze manier het beft kan gezien werden, zoo zal het veel Toetfen, en nauw daar op acht te geeven, U leeren ? dat men van een goede Steen, en Naalden voorzien, zynde, zoo wel Goud als Zilver, op die wys al zeer nauw kan proberen.
Ik heb meermaalen, (in zaaken van difpuit) zo nauw Zilver ter Toets geprobeert, zien probeeren, dat men tot geruftheidt,, ook een Efai daar van maakte, dog bevont beide die proberingen, maar 1 a 2 grein te verfchillen. Doch een ieder gelieve hier te weeten; Dat zo het zilver, met Geel-Kooper (by da Hoogduitfen meffing genaamt) is gealieert, dat dan op de Toets geen ftaat te maaken is, vertonende zich de ftreeken beeter als de innerlyke waarde. Als ’t mede doet zo der eenig Tin, Lood, of'iets anders (diergelyke) mochte onder zyn, zo als met daagelykfe, valfe en nagegotene Munt Penningen, genoegzaam kan werden beweefen, doch het is een Conftante waarheidt, dat Zilver of Goud, met het alderminfte Lood of iet diergelyks gemengt zynde, geen de minfte Hamer-flag kan verdraagen , daarom zyt verzeekert, dat zoo by ’t aanflaan van een Punt het Zilver, fpringt, of fel barft. Dat als dan uw Toets, in verna, niet met den Efai Zal accordeeren, doch dit is maar betrekkelyk, tot alle gegotene ftucken Zilver, om dat de geflaagene, niets in haar konnen hebben, als rood, (of ten quaadtften genomen) eenig Geel-Kooper, iets anders daar onder zynde, is ’t onmogelyk, eenigh ftuk geflaagen werk daar van te maaken, (om boven gemelde Reeden.)
Daarom moet men ondersftellen , als men op ‘t Toetfen van Zilver wil vaft: gaan, dat niet anders, als met goed Rood-Kooper gealjeert te zyn. By ’t Toetfen van ’t Goud is aantemerken, dat al fchoon ’t geen Hamer-flag wil verdraagen, geen bewys is, dat eenig quaat Metaal daar onder zou zyn gemengt, want ’t is kennelyk, dat het feinfte Goud, kan ongefmeedig werden (zonder dat men veeltyds) eenige Reeden, daar van kan vinden ; en doch is op een ftreek van zulk ongefmeedig Goud, ook geen vafte ftaat te maaken , alzo ongefmeedigheidt een flechter ftreek veroorzaakt. Daar om is ’t alder fekerft, een ftuk Goud ongefmedig bevindende dat eerft fmedigh te maaken, voor dat men van des zelfs ftreek oordeelt, (hoe dat gefchiet zal volgen) maar alzo hedendaags veele gemengde Metaalen werden gevonden, die van Kleur Goudt fcheinen, die zullen aan haar lichtheyd in ’t gewigt kennelyk zyn, alzo ik vaftftel, dat Goud het zwaarfte en digfte Metaal des Weereldts is, voorts is ’t een onweederfpreekelyke proef, dat Goud (hoe flecht het ook is,) op den Toets-Steen geftreeken zynde, en alle andere Metaalen daar by, dien Steen dan met fterkwaater over de ftreeken natgemaakt werdende, zo zullen alle die andere Metaal-ftreeken, aanftondts op de Steen verdweinen, en de Goud ftreek alleen blyven ftaan; het welke ook met groene Gout-Kleur kan werden verregt.
Komt uw iet voor dat gy meend verguldt te zyn, veilt dat (aan een hoekje) wat ftark af, dan zal ’t de ftreek wel openbaaren, anders is ’t geen gebruyk en ook onnodig aan Goud dat men Toetfèn wil, veel te veilen. Men vind ook bedriegers, die fyn Goude plaatjes over Lood en andere Species weeten te trecken, en daar Ringen, Knopen of gemunte Penningen van te maaken, welk bedrog met Toetfen niet is te ondekken, maar zulke gedachten van iets hebbende; moet men dat werck ftucken fnyden, en van binnen vifiteeren. Ik heb myn Vader , zelfs zien Koopen zodanige Knoopen, die van binnen met Lood-wit waaren gevuldt.