Van een gemackelykc Soldeer-Lamp.
Alzoo de heedendaagfe Zilverwerken, (door het aan en opbrengen, van de verfcheiden Sieradyen) veele maaien Soldeerens onderheevig zyn; en dikwijs gebeurt, dat het een of ander deeltje niet altewel vaft loopt, waar door ook wel Leekafys, en waatervaater blyven, en de maaker zig (uyt vrees voor ’t verloopen van Soldeeren, afvallen van flucken , en andere ongemacken) ontziet een geheel ftick, om een kleen leckie, of foutie, weer in 't vier te brengen, om alle deze ongemacken voor te koomen, zo heb ik uitgevondenen en gemaakt, een gemaklyke Kopere Soldeer-Lamp , door welkers behulp, men alzulke kleenigheeden, en ook veele andere dingen, (zonder een geheel ftuk werks heet te maaken) gemaklyk kan Soldeeren.
Deze is rond en na giffing 3 du. over zyn diameeter wyd en 1 du. hoog, zynde booven (voor ’t ftorten der Oly) bondts gewys overgehaalt, achter aan dezelve is een Kooperen Pyp, zo lang, en wyd, (dat daar een houten fteel, om by valt te houden) kan werden ingeftooken, en te ftieren waar men die wil gebruyken. En voor aan dezelve nog een Pyp, ter lengte van 5 à 6 duim. daar die aan de Lamp gefoldeert is, zo wyd, dat daar een fteevige vinger kan in geftooken werden, loopende na vooren pladt en wyd, na maate van de Katoene lennepe, die daar in gebruykt ftaan te werden. Deze is van booven fchuyn afgefneeden, en onder die Pyp een Plaatje, dat daar wat voor en ter zyden uytfteekt, dit dient om by 't gebruyk te beletten, dat de lugt van 't vier, niet zo ftark kan na booven trecken, dat men van de vlam geen Meefter zon konnen zyn, zo als de Print fol. 5 met 7 van ter zyden, en 8 van binnen vertoond. Zulken Lamp hebbende, dan behoeft het werk maar eeven gloejent te zyn, en dan door middel van een Soldeer-Pyp, die na de hitte des viers, groot moet werden gemaakt, (zo 9 vertoont.) De Spidts der vlam, van zulken brandenden Lamp op de te Soldeerene plaats, geblaafen doet het daar heeter werden, en de Soldeer gemaklyk loopen, by deeze machine heb ik veel nut, en voordeel bevonden, laatende die verder, tot gebruyk en verbeeteringe, van een jegelyk.