Hoe men Patroonen van /Was, Zwavel of Lood maakt.
Booven gezegt zynde dat men houte Waffen, en veele andere Modellen, dikwils niet kan ontbeeren, zo zal ik deszelfs bebandelinge hier ook ter neer ftellen.
Ik ftel dan op Papier geteikent te hebben, een Kandelaar die in Zilver, of Goud moet werden gemaakt ; En zoek de Patroonen daar toe alleen: door giet middelen te verkrygen, zo laat ik by een draijer (of doet ook wel zelfs) van hout een Pyp draaijen, te weeten van 2 evendikte houtjes op malkander gepent, of gelymt, en ftelle de Senters regt midden op te voegen, zo dat, als het houtje na den eys gedraait is, kan werden los gemaakt, en ik myn, van twee gelyken helften verzeekeren.
Is de Kandelaars Pyp rond zo werd die (zonder teegenfpreeken,) door draajen heel en al opgemaakt: Maar vier of achtkant, zo draai ik het hout zo dik rond, als myn ontworpene teikeninge: zig overhoeks zou konnen vertoonen, Rafp, of fteek dan de zelve, vier, of achtkant, en op deze manier zal men altoos regt werk hebben. Dan druk ik een van deeze houtjes in een Vles, wel vaft en net, laat het uitvallen, leg de Vles op een vlacke plank, en giet dat hol vol gefmolten Zwavel, laat die daar een weinigje in ftaan, giet dan dezelve over de zy daar weer uit, zo zult gy; een halven hollen Pyp hebben, waar na andere, van lood konnen werden gegooten, dog dit Zwaavel model, moet in ’t drucken zagt werden behandelt, en kan ook geen de minfte warmte verdraagen. Als het gegooten is, blyft de zandt daar dik aanhangen, de welk met waater moet Werden afgewaffen.
Ook neem ik deeze houtjes het zy beide of een alleen , druk die wel vaft, te weeten zo; als of ik die wilde gieten, dan neem ik de Vles van malkander, laate de ingedrukte houte Patroonen, met haare vlakke zyden op de eene Vles leggen, zette de holle vles weg, en neem een andere leege Vles, welke op die halve Vles paft, daar de houtjes opgedrukt leggen; drukke de zand daar weer op , dat gedaan zvnde: zo hebje 2 holle Vleffen alleens; neemt dan de flechtfte van deze twee, beftuift die wel met houdts-kool, en drukt daar een andere halve Vles op, zo dat, als die van malkander koomen, die ingedrukte hoogtens, redelyk net zyn, dan zo heeft men de Pyp, van binnen, en buiten, men neemt de hoogtens, of kerns, dan zo veel af, als men ’t Patroon, van Lood, dik begeerd, en legt deze kern Vles, op de ongefchondene holle Vles, zo Zal men een Patroon konnen gieten, dat redelyk net zal zyn, om zig van te konnen bedienen.
Men kan ook tuffen beyde de Vleffen een rand van zulk dik Papier leggen, als men het Lood dik begeert, en dan behoeven de kerrens maar na maate op de zyden, te werden afgenoomen.
Een houte, Waffert, Potaarden of ander gemaakt model, kan van zuiver lood, ten eerften aan twee helften, en goed, hol werden nagegooten, als men dat in een Vles drukt, gedrukt zynde, een geut aanfnydt, die zo wyd als ’t werk dik is, een wit Papier tuffen beide vleffen leidt, het Lood daar niet heeter (gefmolten) ingied, als dat daar geen Papier in kan branden, en zo ras het in gegooten is, de Vles fchielyk het onderfte booven gekeerd, op dat het in gegooten lood, weer kan uitloopen: en die zig met deze manier, wel weet te behelpen, zal geen korter weg vinden; dog zo is deze manier het beft te gebruyken, tot Patroonen die regt, en met weinig inkneepen zyn, om dat kromtens, en kneepen het Lood beletten (ingegooten zynde;) weer te konnen uitloopen, men kan in plaats van zand, zig ook van pleifter bedienen, welkers behandelinge by de verhandelinge, van ’t pleifter gieten, kan werden gezien.
Het model dan dus ver, in week Loodt zynde gebroght, zo moet dat wat ten ruygften werden opgemaakt, (zo van dikten als netheidt,) dat gedaan zynde, giet men die van eenige harder fpecie af: om netter te konnen werden opgemaakt, en beeter tot haar gebruyk te zyn, hier toe neemt een ieder byna wat byzonders, en dat hem beft bevalt.
Dog het handelbaarfte, en dat ook hart-genoeg tot het gebruyk is, houde ik hallef ordinaar Lood , en half letter Lood te zyn, fyn of malakx Tin, is ook goed; Letterlood alleen is wel ’t hard, dog zo broos dat het geen ’t minft vallen of buigen kan leiden. En alzo het dikwils gebeurt; dat Looden Patroonen breeken, zo moet men die ook weer konnen Soldeeren; Daar toe is goed zulke Soldeer, als de Glaafemaakers ordinaar gebruyken, en dat hier als harde moet geconfidereert werden, dog de weekfte werd gemaakt, van fyn Tin, zuyver Lood, en glans, van ieder evenveel, deze is bequaam om alle loode Patroonen aan malkander te Soldee- ren; en ook ongefchonden, weer van malkanderen te laaten vallen; alzo gemaklyk, of het fyn Zilver waar, daarom is deze byzonder dienftig; om eevenzydige Patroonen, als Kandelaars Pypen, ermen, en veele andere, op malkanderen te Soldeeren, alzo die aan twee loffe helften, niet goed konnen werden geveylt.
In plaats van Borax, gebruykt hier; hars, kaarsfmeer, (of dat het zindelykfte is) Salarmonijaak, het Soldeeren gefchiet foetjes op wat geglommen kooltjes, of met vlam eener Lamp of Kaars.
Zo men de Patroonen herder begeert, dan is ’t beft die van goed Kooper te gieten, zo kan men die in alle manieren, zonder fchreum behandelen.