Van Wind-Ovens.
Wind-Ovens zyn van Steen, met Leem; of anders, met Kalk opgemetfelt.
Haare grooten is zeer verfcheyden, al na dat daar fwaar in moet werden gefmolten, de ervarentheyd heeft myn geleert, dat een Wind-Oven, op volgende manier gemaakt groot genoeg is, om 30 mark Zilver of Goud in te fmelten. Neemt dan u binnenwerk 1 voet vierkant wyd, (onder op de grond,) en metfelt aan driezyden, te weeten dat agter zal zyn, en de beyde zyden 3 vierde voet regt op, en aan de voorfte kant moet het zo hoog open blyven, welke openingen dient, om de lugt of wind van onderen , door de Roofters te doen, in den Oven gaan, en het vier aan te blaafen, zo als de Print fol. 4. met 27 aanwyft, legt dan op dat metfelwerk, voor en agter I duym binnens muurs, een Yfer van I en een tweede duym vierkant, waar in 6 hollen zyn gemaakt, van I tweede duym diep en wyt ruyts-wys, om 6 Yfere ftangen, of roofters van I duyms dikte; op de kant daar in te konnen leggen, zo als 27 meede aanwyfl, die de lengte moeten hebben, dat van vooren ingeftooken werdende, tot agter aan de muur konnen reyken, en voor nog iets uitfteeken; om als het fmelten gedaan is, te konnen uytrekken, en ’t daar in zynde vier, doen op de grond vallen, om het onnodig verbranden, van Oven en koolen te voorkoomen, zo als 28 aanwyft. Dus de loffe roofters op ’t ingemetfelt Yfer gelegt zynde, zo legt over de zelve voor en agter een Yfere plaate ftaf, zo hoog dat die daar maklyk by ’t uit en infteeken konnen onder door paffeeren, metfelt dan weer vierkant op 1 en 3 vierde voet, aan alle zyden, en laat in de voor zyd een opening, van 3 vierde voet wyd, en 1 tweede voet hoog, welke dient; om by het uythaalen der Kroes, de zelve daar op te doen ruften, de tang te vervatten, en ’t gefmolten Zilver of Goud gemacklyk uyttegieten, zo als 29 vertoont, en die by ’t fmelten met een loffe fteen, kan werden geftopt, om de hitte te meer binnen te houden. Metfelt dan voorts nog I tweede voet rontom op, zo dat de heelen Oven, firka 3 voet hoog uyt de grond ftaat, dan maakt daar toe een dekfel van alderdikft harnas [..]lek, met een Schoorfteen, zo als 30 aanwyft, om by ’t fmelten daar te konnen verden opgedekt, het welk zeer veel viers gefpaart, en’t gefmolten Zilver of Goud beeter doet werden, veele geelgieters hebben op haare Wind-Ovens Schoorfteenen, [..]an gemeld blek rond, en zo wyt, dat die onder op de 4 zyden der Oven , konnen ftaan, en booven wel een half voet in zyn diameeter wyt, hebbende de hoogte van I of I en een tweede voet, dat het vier in den Oven ook wel doet branden, maar; om dat zulken Schoorfteen of pyp rond, zynde; vier lugt gaaten op ieder hoek komt te laaten, en dan nog zyn boven wyten daar by gereekent, oordeel ik te veel hitten te vervliegen; en derhalven getelde dekfels voor beeter, mits dat men deszelfs Schoorfteen, (na de kooien die in dien Wind-Oven zullen werden gebruykt) wat reguleere; te weeten, tot het ftooken , met Smits, of Engelfe koolen, werd die wyder, als tot houtskoolen vereift, om dat van de zelve eer die gloejen en zeer dikke rook komt, daar in ’t teegendeel, van welgebrande houtskoolen heel geen rook is te wagten. Zulken Oven dan opgemetfelt zynde, beftrykt die van binnen wel met leem, zo als by de fineerovens, onderregt werd, gy zult die lange tyd konnen gebruyken, mits dat die wel dik van fteen, en teegens een muur werden opgemetfelt, en fomtyts eens met gemelde leem, het uytgebrande vernieuwt. In de zelve willende fmelten, zo legt op de roofters een ftuk weeke fteen, of dat beeter is, een daar toe van leem gemaakt bodemtje, (van die ftof, als tot Moffel bodems geleert is,) ter dikte van twee duym en zo groot, dat de kroes, daar wel op kan ftaan, zo als 31 aanwyft, deze dient om de wind van dezelve af te- weeren, en het doorloopen te beletten. Zet dan de kroes vlak daar op, met Zilver of Goud gevult, ftort gloejende kooien op de roofter, en doove daar booven op, het zal fpoedig fmelten, mits dat het vier in continuweele gang (door friffe koolen) werd gehouden, zo dat de roofter altyd daar meede bedekt blyft, dan kond gy daar van gieten wat u luft, zo gy met houts- koolen ftookt, en nu en dan eens een Smitskooltje daar by in fmyt, dat brengt veel hitten by, en is byzonder goet by ’t vergaaren van kres, of iets anders dat qualyk fmelt, voorts maakt regt midden in de vloer van dien Oven, een fteenen of Yfere ronde kom van 3 vierde voet wyt, en 3 à 4 duym diep, welke dient; als ’t gebeurt dat een kroes in ’t fmelten breekt, of doorloopt, het gefmolten daar in beeter te konnen weer vinden, tot beeter bevattinge heb ik die in een uytwendig in de genoemde Print vertoont. Op dit zelfde vatfoen kan men die ook heel van Yfer maaken.