HET THIENDE EN LAATSTE HOOFTDEEL.
Van 't BLAAUW en zijn trappen in Stoffen en Bloem getoont.
Blaauw kragtigst in Stoffen te vinden als Blaauw Satijn. [druk-faut correctie van ...Stoffen. ; te vinden als Blaauw Satijn.] ... en andere.
't LAatste der Hooftverwen is't blaauw, daarwe dit eerste Boek mede meinen te eindigen.
't Blaauw Satijn wilt in 't zon-
neligt
[40]
neligt met indigo en veel wit geschildert weezen, met wat weyniger wit op zijn eigen dag, en vry nog minder wit in de schaaduw hebben: de weersteutinge wilt tusschen beyden gehandelt zijn.
Maar alzoo de satijnen hooger en laager blaauw hebben, zoo spreekt het van selfs, dat een Schilder daar na de voornoemde verwen temperen moet, gevende en nemende; gelijk mede omtrent de blaauwe lakenen en stoffen, daarwe niet meer van behoeven te spreeken dit nogtans ['druk-faut' correctie van '...spreeken. Dit nogtans...'] als noodig, waarschouwende, dat, indien men zijn koleur wil doen bestendig zijn, het noodwendig is, dat men het zelve met ultramarijn moet overschilderen of laxeeren; naar dat het leven zelve ligter of donkerder bevonden word.
En voorts in bloemen.
't Vordere blaauw nu zullenwe inde bloemen opzoeken, als de Convolvulen, Flos Principis, Juffertjes in't Groen, blaauwe Bernagie en blaauwen Irias.
De
[41]
Als de Convollen. ... Flos Principis.
De Convolvulen moeten eerst geschildert worden met indigo en wit, enzo konnen daar na niet anders als laxeringe verdragen; gelijk mede de Flos Principis, die zig even omtrent op die wijze laat koloreeren. Van dag en schaduwe enz. is 't niet noodig in deze bloemen te spreeken, 't wijst zig zelven aan, en wy zullen daarom zulx ook sparen, om de kortheid; ten zy het zonderling noodzaakelijk is, datwe dan op zijn tijd en plaatze zullen bekent maken.
Juffertjes in't groen en blaauwe Bernagie.
De Juffertjes in't Groen of Spinnekopjes ende blaauwe Bernagie moeten eerst met indigo en wit geschildert worden, en daar overschildert zijn met ultramarijn en wit, zonder datze laxeeringe konnen verdraagen.
Blaauwe Irias.
De Blaauwe Irias is mede wel te vreeden, alsze met indigo en wit werd geschildert: maar daar na wiltze wel gelaxeert worden met ultramarijn en een weynig lak; om haar levendig op te doen.
Maar
[42]
Maar het gebeurt ook, alsze flaauwer en bleeker van koleur is, datze na de laxeeringe met een weynig ultramarijn en lak en wit moet worden opgehoogt.
Besluit van dit Eerste Boek. ... En overgang tot het Tweede.
Dus verre hebbenwe van de verwen in 't gemeen, en van de Hooftverwen byzonderder gesprooken, 't toebereyden van Tafereelen geleert, den Schilder goede Penseelen ter hand gestelt, en aangeweezen wat Verwen allerçierlijkst by den anderen staan; en om de Hooftverwen naader uit te leggen, zoo hebbenwe 't Wit latende voor af gaan, van Geel, Rood en Blaauw in verscheyde trappen gesprooken, en om zulx klaarder te toonen dezelve in Bloemen en Stoffen aangeweezen, die wy by die geleegentheid hebben leeren Schilderen; als waar in de natuure die Verwen op 't eenvoudigste vertoont, of de konst nabotst.
't Werd nu tijd, datwe de
weg
[43]
weg dus wat gebaant hebbende, de zaamengestelde Verwen leeren verstaan, en tot grooter werken van meer en verscheidener kolorijt overgaan, in 't schilderen van logten en haare schitteringen en verwen in landschappen en wateren, daarwe het volgende tweede Boek mede zullen opschikken.