HET DEKKEND VERMOGEN VAN VERW.
Men wil van geverwd hout niet meer zien, dat het hout is; men wil de kleur van het te verwen voorwerp verbergen. Hoe zal men dat door verw bereiken?
De chemisch goed opgebouwde verw behoeft daartoe toevoegselen, en wel vooreerst kleurlooze, waarbij men dan kleurmiddelen naar verlangen kan mengen.
Loodwit is bekend door dekkend vermogen uit te munten, dat is te zeggen : evenveel gewigt loodwit of van eene andere witte stoffe met lijn-olie tot eene verw gebragt en uitgestreken, wint het loodwit het steeds in dekkend vermogen.
Onder de verschillende soorten van loodwit staat het Hollandsche boven aan, of althans eene soort, die gemaakt is naar de beginselen, waarnaar het Hollandsche is bereid, de paardenmest vervangende door andere middelen (invoering van dampen van azijnzuur, lucht en koolzuur in verwarmde kamers, waarin looden platen op latten gesteld zijn).
Naar STEIN *) is het onderscheid in dekkend vermogen tusschen Hollandsch en Fransch loodwit niet gelegen in den vorm of de grootte der deeltjes, of in de zamenstel- ling,. die onderling niet veel verschilt, maar in de digt- heid, zoodat STEIN meent, dat men uit densiteits-bepalin- gen van loodwit direct het dekkend vermogen zou kunnen afleiden: hij raadt tot die densiteits-bepalingen aan het loodwit met zijn even groot gewigt lijn-olie af te mengen en daarvan het soortelijk gewigt te bepalen.
Naar FINK %), gebruik makende van zijne eigene bepalingen en van die van DENINGER , FRANK en BÜHL, is het dekkend vermogen der met olie aangemengde verwstoffen het volgende:
1°. Geene witte stoffe bezit meer dekkend vermogen dan loodwit; het Hollandsche het best (het Fransche zou naar FINK minder dekken, omdat het kristallijn is; naar STEIN is echter geene loodwit-soort amorph).
2°. Bij loodwit, vooral bij het Hollandsche, kan eene ruime hoeveelheid fijn zwaarspath gevoegd worden, zonder dat het dekkend vermogen verminderd wordt; het schijnt zelfs, dat eene toevoeging van eene geringe hoeveelheid zwaarspath tot Hollandsch loodwit het dekkend vermogen verhoogt. 1
1) Polyt. Centr. BI., 1855, S. 513.
2) Polyt. Centr. BI., 1855, S. 362.
3°. Zinkwit bezit een geringer dekkend vermogen dan loodwit, in rede van 3 : 5 (driemaal verwen met loodwit geeft eene even groote dekking als Smaal verwen met zinkwit t).
4°. Zuiver zwaarspath met lijn-olie gemengd, dekt in het geheel niet; men bekomt eene doorschijnende laag. (Door DELAuaiER en ASSELIN is door de kunst bereide sulphas ba- rytae, niet natuurlijk zwaarspath, aanbevolen).
5°. Sulphas plumbi dekt veel minder dan loodwit en kan dit niet vervangen; ook staat sulphas plumbi achter zwaarspath, om, bij loodwit gemengd, tot verwstoffe te dienen.
Overigens moet ik dit dekken voor de praktijk overlaten. Waar het op de kleur niet aankomt, zijn vele andere dekmiddelen bruikbaar, b. v. rood ijzeroxyde enz. En zou men een dekkend middel bij uitnemendheid willen hebben, het zou zijn, enkel loodoxyde-hydrat, daar het wel zeker is, dat het Hollandsche loodwit meer PbO,HO inhoudt dan andere soorten. In geen geval intusschen staat dit dekken in verband met eenigerlei verzeeping. Wat men van loodwit gebruikt om te dekken, werkt volstrekt niet scheikundig in de olie (bl. 249 en 251). 1
1) Zinkwit wordt door HS niet bruin, of in elk geval niet donker gekleurd, zooals loodwit; daarom heeft zinkwit voor boven loodwit.
Naar TINK (WACHNEB’S Jahresb., 1855, S. 126) is de oorzaak van het geel verkleuren van zink- of loodwit-verw gelegen in de olie en niet in het metaalzout. Daarom zou zinkwit-verw, die meer olie eischt, geler worden, dan loodwit-verw.
Om die reden zou echter juist zinkwit-verw, daar zij meer verharde olie geeft, beter geschikt zijn ter verwing van voorwerpen, die aan vochtige lucht blootgesteld zijn.
FTNK zal den invloed van het HS op lood niet ontkennen. In het duistere wordt van lijn-oliezuur rood linoxyzuur, ook wanneer het met loodoxyde verbonden is. In het duistere wordt witte lino- xyne insgelijks donker van kleur.