TWEEDEN ARTIKEL.
DE BEREVDING VAN HET KATOEN. DAT BESTEMT
IS OM GEDRUKT TE WORDEN,
72,
De katoene WoIIe , waer van het Katoen gesponnen en geweven word , is eene draed- agtige zeifstandigheyd, welke groeyt rondom liet Graen van den Katoen - boom. Dezen Boom, als ook het Graen, en vervolgens het Katoen , vervatten in zig eene vetagtige of smeiragtige stoffe , van welke het moet be¬rooft en gezuyvert worden , eer dat bet ge¬drukt word; anderzïns kan de kragt van de bytende Zonten en Couleur - gevende Ingre¬diënten in de ziel van bet Katoen niet in-dringen , en by gevolg zoude al den aerbeyd vrugteloos zyn. De tegenwoordigheyd van deze vetagtige stofle word men gewaer uyt de moeylykbeyd die men ontmoet om het Katoen doornat te maeken, eer bet gezuyvert is ; en uyt bet gemak, waer mede bet Katoen aenstondshet water indrinkt, alswanneer bet gezuyvert is, De berooving of zuyvering van deze vetag¬tige stoffe, waer door bet Katoen zagt en soebel word, en bekwaem is om te ontfangen de kragt van de bytende en Couleur-gevende Ingrediën¬ten, word genoemt Bereyding, en geschied op de volgende wyze :
73.
Gy giet in eene groote boutene kuype , tot de boogte van twee voeten, zeer heel Rivier¬water , daer toe bereyd in eenen grooten
3o DEN VOLMAEKTEN ketel : dan neemt gy de stukken Katoen, op- gerolt in pakskens ; gylegt die nevens malkan- deren, en dan andere daer op; en naer inaete dat gy de stukken plaetst d’eene op d’andere , giet gy ’er altyd water in uyt den ketel, tot dat gy alzoo alle uwe stukken geplaetst hebt: dan giet gy ’er nog water op , tot dat de bovenste stukken ten minsten eenen voet onder het water staen. By gebrek van eene groote kuype , kont gy de stukken ook in den ketel plaetzen , daer het water in gewarmt is. In deze gesteltenis laet gy de stukken ten min¬sten veertig ueren weeken ; gy haelt-ze dan uyt; gy spoelt-ze wel in loopende water; gy legt thien of twaelf stukken nevens malkan* deren op een vlot, of eene houtene tafel; gy klopt ze met houtene plakkers, niet al te straf, nog niet al te zagt, twee of dry maei over en wedr , en gy herhaelt deze spoeling en klopping nog eens op de zelve wyze. Door deze werking word het Katoen berooft van het grootste deel der lymagtige en vette stolfe, en worden de gatjens geopent tot in de ziel der katoene zellstandigheyd.
74-
Niet tegenstaende deze znyvering , blyft het Katoen nog stuer en hard , en ’er blyven nog hier en daer in het binnenste ingewand de lynste en snbtilste deelkens van die vetag- tige stolfe. On nu het Katoen t’eenemael te zuyveren van die subtile deelkens , en aen het zelve eene zoodaenige zagtheyd te geven , dat men zeker is dat de kragt van alle de
KATOEN.DRUKKÉR. 3t bytende Ingrediënten zal indringen en door«- dringen tot in de ziel der katoene zelfstan* digheyd , moet men de stukken , door het water gezuyvert, andermael door het Vitriol- water zuyveren. Deze werking moet met groote voorzigtigheyd geschieden, en bestiert worden door eenen ervaeren Werkman, op de volgende wyze :
7 5,
Doet in eenen looden ketel Rivier-water, tot een vierde van vol: maekt ’er onder een stil vner, om het water heet te maeken ; giet ’er dan stillekens in , vier , vyf of zes bier¬glazen Vitriol-olie, altyd sterk roerende met eenen stok. Neemt dan, met uwen vinger, eenïge druppels uyt den ketel, en proeft die op uwe tong. Is ’t dat gy de scherpe zuerig¬heyd kont verdraegen , het is een teeken dat het water goed is : is de zuerigheyd te tlauw, doet 'er nog een glas Vitriol-olie by, tot dat gy oordeelt dat het water wel bereyd is , en uwen smaek u te kennen geeft dat gy met zekerheyd uwe stukken daer in mogt passé¬ren; want te veel Vitriol-olie zoude het Ka¬toen verbranden en rot maeken, zoodaenig dat het den naed van den Kleermaeker niet zoude konnen uytstaen : te weynig Vitriol- olie zoude het Katoen niet t’eenemael zuy- veren van de subtile vetagtïge deelkens; de stukken zouden noyt helder wit konnen ge¬bleekt worden, naer dat zy in de Mékrap gekokt zyn , en op verscheyde plaetzen zou¬den ’er roode plekken te voorschyn komen,
Ss DEN VOLMAEKTEN die men ketel - plekken noemt , welke men niet dan met groote moeyte , en zomlyds noyt kan doen verdwynen,
76.
Dees water aldus bereyd zynde , neemt gy een voor een van de gezuyverde stukken, nog nat zynde , en gy doet die over eenen bouten haspel , boven den ketel geplaetst , twee mael over en weer passéren door dit water; alsdan laet gy het stuk op eenen stok afloopen, en gy draegt het aenstonds naer het loopende water, om gespeelt te worden. Als gy thien of twaelf stukken gepasseert hebt, proeft of het water niet te Hauw geworden is : dit zoo zynde , moet gy het versterken met een glas of twee Vitriol-olie , wel roerende , als vooreu, en de stukken voords passerende.
77-
Alle de stukken aldus het Vitriol-water ge¬passeert zynde , moeten twee mael geklopt en wel gespoelt worden , om de Vitriol-olie en de overgeblevene deelkens der vette stoffe daer t’eenemael uyt te roeyen, Alsdan hangt gy die op eene Droog-schuere; gedroogt zynde , doet gy-ze kalanderen; en gekalandert zynde, zyn zy bereyd om gedrukt te worden,
78.
Naer deze werking trekt gy het vuer Van onder den ketel, eu gy laet het Vitriol-water daer in staen, dat altyd kan dienen voor de toekomende werking.
79-
By gebrek van eenen looden ketel, kont
KATOEN-DRUKKER. 33 gy de zelve werking doen in eene houtene kuype , met daer zeer heet water in te gieten.
öo.
Het gebeurt zomtyds dat het Katoen geel« agtig is, of andere plekken heeft, ’t zy van het Zee-water, of andere oorzaeken. Is dit zoo, trekt de stukken door eene slappe Pot- aschdooge , als zy gezuyvert zyn ; legt-ze dan eenige dagen te bieeken , klopt-ze en spoelt-ze eens, eer zy het Vitriol-water passéren; hier door zal den grond eene natuerlyke wittig- hevd bekomen,
81,
De stukken Katoen, die bestemt zyn om te dienen voor rauw Katoen , en vervolgens geen ander dan zwart Couleur bekomen , mogen wel eerst door een Galnoot-water passéren , om schoon en luysterlyk Zwart te hebben. Neemt een pond fyn gestampte Galnooten, roert-ze in honderd pinten heet Rivier-water, en laet-ze vier-en-twintig ueren trekken, dry of vier mael omroerende. Naer dat de stuk» ken het Vitriol-water gepasseert hebben, en wel geklopt en gespoelt zyn , moet gy die in dit Galnoot-water wel doornat maeken, boven de kuype uytvringen, te droogen hangen, en doen kalanderen, om gedrukt te worden.