Hoe men een lekje,of, met iets kout in te fmeeren,kan digt maaken en voor ’t gezigt verbergen.
Hoe nau agt gegeven werd, om het Zilver vaatwerk met foldeeren digt, en de gaatjes onzienbaar te maaken, gebeurt het evenwel, dat een ftuk Zilverwerks, al bereyts fchoon en wit gekookt zynde, nog wel eenig lekje, of putje heeft behouden, en een meefter (om veele reeden) dan zoekt te helpen, en bedekken zonder het werk weer in ’t vier te brengen. Tot het digt maaken van zulke lekjes, kan men gebruyken karnemelk; deze in een fchoon Potje, tegen, of op een weynig vier gezet, datfe dik werd, dog aan geen kooken en geraakt. Dus wel dik geworden zynde, werd de Wey, of Huy, daar afgegooten, het dikke op een blaauwe fteen gelegt, en daar by gedaan ongeblufte (of ongelefte) fteen Kalk, die alvoorens in een Vyfel, of anderfints heel fyn behoort gemaakt te zyn, als meede omtrent half zo veel Tarwen-Meel, of blom, dit te zaamen met een Mes, of ander Inftrument zo door malkander gearbeyt, dat het een Pap gelykt, welke heel lymig is; ftrykt hier van een weynig voor, en in ’t lekje, laat het langzaam in de Zon, of teegens net Vier droogen, dus zal ’t digt zyn, zelf teegens kookent waater, en dit is ook goet om gebrooken aardwerk meede aan malkander te lymen.
Andere doen daar nog by, het wit van Eyeren, dat in een Steenen Kopje, (door middel van een opgefpleeten fchagt,) zo lang is gedraayt, dat het geheel en al fchuym fchynt, laaten dat eenige tyd ftaan bezinken, dan het befonkene daar onder heen gegooten, en zo gebruykt. Die alleen is ook' goet om gebrooken Porcelyn aan malkander te zetten, en nog beeter, als daar wat van boovén gemelde Kalk en meel onder gemengt is, en Hout, ook heel wel digt.
Met een weynigje fyne Pleyfter, aangemaakt (zo als voor by ’t Pleyftergieten gezegt is,) kan ook een lekje geftopt werden.
Zulke Pleyfter is nog beeter om in wit gekookt Zilver een overgebleeven holligheyt van Sokleeren, of gietputje (dat niet waaterdigt behoeft te zyn,) voor ’t gezigt digt te bedecken, zo het daar maar netjes werd in geftreeken.
Een kleyn openingje kan ook met vers gefchrabt wit Kryt, werden bedeckt, en zit nog vafter, als dat met Gom waater is tot een dik Papje gemaakt.
Het (zo genaamde Schelp-Zilver) is tot dit gebruyk ook heel goet, en kan te dik zynde, met Gom waater werden gedunt. Ook gebruykt men ter plaatfen daar flegt Zilver werd verwerkt, tot ftoppinge eens leks, koude Soldeer.
Tot deze wert genomen I loot gefcheyden Zilver, 1 loot Prinfipetaat, I loot Arfenicum, dat te zaamen in een Vles met Wyn-Azyn gedaan, en zo lang laaten ftaan, dat het een Pap fchynd, dan daar 2 loot Quik-zilver by gedaan, en wel door malkanderen geroert, van deze compofitie werd wat voor, en in ’t lekje of fcheur geftreeken, wat witte uytgebrande Wynfteen daar over heen geftrooit, en zo heel zoetjes gegloeit, dit hout digt, en kookt ook nog reedelyk wit.