Van Pleyfter te gieten, en wat Pleyfter is.
De zo genaamde Pleyfter, is een foort van fteen, die op veele plaatfen uyt aarde werdt gedolven, deze werdt in’t vier gegloeydt, weer kout geworden zynde, heel fyn geftampt, of gemaalen, (die [..]nfte is de befte,) en die werdt gebruyckt, [..] de kleynfte, en fcharpfte, Figuertjes te gieten, de grooffte, tot Beeldt, en ander groot uytgeftreckt werck, zo als, tot fieraad, in huyfen, tuynen en anders, konneu werden gepland. En wat groot voordeel; alle Liefhebbers, en Konftenaars, door de Konft van Pleyfter gieten trecken, is een yeder bekendt. Men kan daar door een heel Menfch Beeldt, (voor weinige koften) altoos voor oogen hebben, of zulken kleynen gedeelte deszelfs, als; magh werden begeert. Een Zilver-fmidt kan in een geval dat hem een ftuck werkx werdt vertoont, om juft een diergelyck te maaken, zig van Pleydfter aardigh bedienen. Nemende Pot-aardt, drucken daar meede af, die deelen, van welke, noodzaakelyck, Modellen moeten werden gemaakt, gieten die af met Pleyfter, zo heeft men de zelfde Figuure, waar na men zeker kan werken, of door met Zwavel, of anders, hol, na te gieten, (zeer dickwyls) goede Modellen gemackelyk bekoomen, van deze manier heb ik myn dickwyls (met nut) bediende.
De gepulverizeerde Pleyfter, doet men in een Pot, of eenig ander Vaat-werk, dat groot genoegh, tot voornemen werdt geoordeelde, met fchoon waatcr aangemaakt, als een dunne Pap, dogh zo effen dat daar geen de minde harde, nogh drooge kluyten in blyven , welck beflaan zo haaftigh moet gefchieden als doenlyck is, om dat de Pleyder door ’t opgegooten waater warm, en fchielyck dick werdt, zo dat die onbequaam toe gieten is. Daarom, moet die zo ras, in de vorm werden gegooten, als ze maar wel beflaagen is. De Vormen moeten alvoorens de Pleyfter beflaagen werdt, met haare Pot-aarde randen omvangen zyn, en met een Penfeel, zo zafte Veer heel wel, overal beftreeken, op dat de ingegooten Pleyfter, daar niet aan kan blyven heghten. Hier toe neemt men ordinaar Brandewyn, ook wel Boom-oly, (of oly van Olyven) deze doet wel loffen, maar de Pleyfter kryght daar wat een geele huydt af, die door het leggen in laauw waater, wel weer wat kan werden benoomen. De Pleyfter dus op, of in de Vorm gegooten zynde, begint aanftondts hardt te werden, en zal in minder, als een half uur, fteen hardt zyn, en bequaam, om uyt de Vorm te neemen , het welck men tot geruftheydt boven op kan probeeren, daar hardt zynde, zo is die van binnen ook hardt, en dus goedt.